Kinderen vergelijken zich met andere kinderen.
En denken heel vaak dat andere kinderen het beter hebben.
Dat andere kinderen geliefder zijn. Of populairder.
Dat andere kinderen niet onzeker zijn. En dat alles veel makkelijker bij hen gaat.
Daarom willen kinderen vaak net als een ander zijn.
Want dan zijn ze niet anders. Of raar. En voelen ze zich minder onzeker.
Tenminste dat denken ze daarmee te bereiken.
Het belangrijkste voor een kind is dat het gaat merken dat hij of zij helemaal niet zo anders is.
Dat je voorbeelden geeft over andere kinderen, waar zij mee struggelen. Waar zij mee hebben te dealen.
Dat je de kijk van je kind anders gaat maken. Niet door iets voor te houden wat niet zo is. Juist door de realiteit naar voren te halen.
Een kind gaat zich van alles in het hoofd wijs maken. Op school moeten ze aan allerlei taken voldoen. Thuis hebben zij broertjes of zussen. En vriendjes of vriendinnetjes komen ook met hun verhalen.
Waar is de waarheid? Wat is goed of fout? Waar hoort een kind aan te voldoen?
Juist, nergens aan. Een kind mag zijn zoals het is. Met de plussen en de minnen. Niemand is perfect. Het kind ook niet.
Het gaat erom dat jouw kind gaat stoppen met vergelijken. Als dat elke keer namelijk wordt gedaan, vergelijken met, dan haalt een kind zichzelf elke keer omlaag.
Zegt onbewust elke keer tegen zichzelf dat hij of zij niet goed is.
Dat hij of zij het beter zou moeten doen. Of kunnen.
Dat hij of zij faalt.
Een ander wordt op een voetstuk geplaatst, terwijl een ander ook onzeker is.
Alleen iedereen uit de onzekerheid op een andere manier.
En iedereen heeft een andere manier van onzekerheid.
Daar waar de één goed in is, kan de ander juist niet. Of minder.
En andersom.
Het gaat niet om goed of fout.
Het gaat erom dat jouw kind zichzelf durft te zijn. Te laten zien.
Dat het niet vindt dat het faalt als het geen tien haalt.
Dat het niet fout is of raar, of vreemd, als hij of zij zich anders voelt dan wat een ander kind beleeft.
Het gaat erom dat jouw kind een individu blijft. En daar deze maatschappij een grote uitdaging is om nog een individu te blijven, met alle media en nieuws en alle hokjes en verwachtingen die worden geplaatst. Begint het bij de ouder(s) om hun kind te laten ervaren dat het goed is zoals het is.
Dat het positieve benadrukt wordt in plaats van dat wat misschien even niet zo goed ging.
Dat een slecht cijfer geen falen is, maar een motivatie om het de volgende keer beter te proberen te doen.
Dat als het kind iets niet leuk vindt en een vriendje of vriendinnetje wel en het kind belachelijk maakt. Het niet aan jouw kind ligt. Dat het andere kind echter een andere kijk heeft. Andere verwachtingen. De dingen anders beleeft.
Leg het uit. Laat je kind begrijpen wat er van binnen gebeurt.
Leg niet meteen de focus op wat beter of anders moet. En schiet niet in de paniek als je kind misschien een soort van achterstand heeft (wat is achterstand? Ieder doet het op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo en zou daar de stimulans continue voor mogen ontvangen). Laat je kind elke keer ervaren dat je haar of hem begrijpt, zelfs als je het niet helemaal kunt begrijpen.
Leef je in. In de situatie van jouw kind. Begrijp. Voel hoe het voor jou zou zijn als jij er in zou staan.
Hoe graag had jij die begripvolle armen om je heen toen jij kind was?
Hoe graag wilde jij je begrepen en gezien en erkent voelen?
Voor jouw kind geldt hetzelfde. Het kind gaat overleven door zich aan te passen. Wil zoals een ander zijn want dan is het goed en valt het kind niet op. Het kind gaat juist de voorgrond opzoeken of cijfert zichzelf volledig weg.
Elk kind mag ontdekken wie hij of zij is. Dat gaat met vallen en opstaan.
Elk kind mag leren en door dat leren mag het kind verder groeien.
Elk kind heeft ontwikkeling nodig. Echter ook de steun. Het begrip. En de positieve benadering van elke ouder.
Zodat het kind gestimuleerd wordt om zichzelf verder te ontplooien.
In plaats van zichzelf steeds verder weg te stoppen onder alle negatieve ervaringen.
Laat je kind zien dat een ervaring niet altijd meteen negatief is ook al heeft het misschien niet het verwachte resultaat.
Een kind heeft positieve benadering nodig. Haal uit elke ervaring een verhaal. Vertel dat verhaal aan je kind. Het is de waarheid die je dan verteld. Je vertelt namelijk wat er in de beleving van het kind is gebeurd. Je belicht hoe het werkelijk is gegaan. Je verandert daarmee de kijk van het kind. Vooral de kijk naar zichzelf.
En alleen vanuit een andere kijk naar zichzelf kan een kind weer kind zijn. Kan een kind weer kind blijven. En kan een kind positief in het leven staan. Voelt het dat het weer gaat leven en niet meer overleeft. Is het leven geen gevecht meer, maar een ervaring vol met kansen.
Is het leven geen uitdaging meer, maar vol met geschenken.
En het begint allemaal bij het kind. Het kind wat anders leert te kijken en stopt met vergelijken.
En daar heeft het kind de ouder bij nodig.
Liefs, Diana